Information über das Wort bederven (Niederländisch → Esperanto: difekti)

Synonyme: beschadigen, havenen, stukmaken, toetakelen, kapotmaken

WortartVerb
Aussprache/bəˈdɛrvə(n)/
Trennungbe·der·ven

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) bederf(ik) bedierf
(jij) bederft(jij) bedierf
(hij) bederft(hij) bedierf
(wij) bederven(wij) bedierven
(jullie) bederven(jullie) bedierven
(gij) bederft(gij) bedierft
(zij) bederven(zij) bedierven
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) bederve(dat ik) bedierve
(dat jij) bederve(dat jij) bedierve
(dat hij) bederve(dat hij) bedierve
(dat wij) bederven(dat wij) bedierven
(dat jullie) bederven(dat jullie) bedierven
(dat gij) bedervet(dat gij) bediervet
(dat zij) bederven(dat zij) bedierven
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
bederfbederft
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
bedervend, bedervende(hebben) bedorven

Übersetzungen

Afrikaansbeskadig
Dänischbeskadige
Deutschbeschädigen; Schaden zufügen; verderben; verletzen; beeinträchtigen; schaden
Englischdamage; spoil
Englisch (Altenglisch)wyrdan
Esperantodifekti
Färöerischoyðileggja; spilla
Finnischpilata
Französischabîmer; détériorer
Italienischdanneggiare
Katalanischdeteriorar; espatllar; fer malbé; perjudicar
Portugiesischarruinar; avariar; danificar; deteriorar; estragar
Saterfriesischbeschäädigje; beseerje; beskäädigje; ferdierwe
Spanischechar a perder; estropear
Ungarischmegrongál; rongál
Westfriesischskansearje; bedjerre; skeine