Information über das Wort kapitein (Niederländisch → Esperanto: ŝipestro)

Synonyme: gezagvoerder, scheepskapitein, schipper

WortartSubstantiv
Aussprache/kapiˈtɛi̯n/
Trennungka·pi·tein
Geschlechtmännlich
Mehrzahlkapiteins

Gebrauchsbeispiele

Maar meestal kwam er al gauw iemand bij, de kapitein, de professor of de dokter.
De beide kapiteins hadden besloten van eiland tot eiland te varen en het zekere voor het onzekere te nemen.
De kapitein was trots op zijn snelle schip en de bemanning voldaan over hun ruime kwartieren.
Geef de kapitein mijn orders.
„Bent u van plan, kapitein, wilde Bourcart weten, „uw geluk nog eens te beproeven in het noorden van de Grote Oceaan?”

Übersetzungen

Dänischkaptajn
DeutschKapitän
Englischcaptain; master
Englisch (Altenglisch)frumlida
Esperantoŝipestro; kapitano
Färöerischkapteynur; skipari
Finnischkapteeni
Französischcapitaine; capitaine de navire
Italienischcapitano; comandante
Malaiischkapten
Niederdeutschkaptein
Norwegischkaptein
Papiamentokapitan
Polnischkapitan
Portugiesischcapitão; capitão de navio; comandante
Russischкапитан
SaterfriesischKaptain
Schwedischkapten; skeppare
Scotscaiptain
Sranankapten; sipiman
Tschechischkapitán; kapitán lodi
Türkischkaptan
Westfriesischkaptein