Information über das Wort komend (Niederländisch → Esperanto: venonta)

Synonyme: aankomend, aanstaand, op komst, eerstvolgend

WortartAdjektief
Aussprache/ˈkomənt/
Trennungko·mend

Deklination

Predikativ
AttributivUnbestimmtMännlicher und weiblicher Mehrzahlkomende
Sächlicher Einzahlkomend
Mehrzahlkomende
Bestimmtkomende
Partitivkomends

Gebrauchsbeispiele

Ook ik stond niet onverschillig tegenover de komende gebeurtenissen.
Mogelijk wordt Londen komende week ook getroffen.
Komende week mogen er nog maar 25 schepen door varen per dag.

Übersetzungen

Albanischardhshëm
Deutschkommend; nächst
Englischfuture; coming
Esperantovenonta
Färöerischkomandi; næstur
Französischprochain
Griechischακόλουθος
Papiamentoawor
Portugiesischpróximo
Russischбудущий
Saterfriesischkuumenden
Schwedischkommande
Spanischentrante; próximo
Ungarischjövő
Westfriesischoankomme; takomme; takom; kommend