Information über das Wort doorrijden (Niederländisch → Esperanto: daŭrigi la veturadon)

Synonym: voortrijden

WortartVerb
Aussprache/ˈdorɛi̯də(n)/
Trennungdoor·rij·den

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) rij door, rijd door(ik) reed door
(jij) rijdt door(jij) reed door
(hij) rijdt door(hij) reed door
(wij) rijden door(wij) reden door
(jullie) rijden door(jullie) reden door
(gij) rijdt door(gij) reedt door
(zij) rijden door(zij) reden door
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) doorrijde(dat ik) doorrede
(dat jij) doorrijde(dat jij) doorrede
(dat hij) doorrijde(dat hij) doorrede
(dat wij) doorrijden(dat wij) doorreden
(dat jullie) doorrijden(dat jullie) doorreden
(dat gij) doorrijdet(dat gij) doorredet
(dat zij) doorrijden(dat zij) doorreden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
rij door, rijd doorrijdt door
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
doorrijdend, doorrijdende(zijn) doorgereden

Gebrauchsbeispiele

Laten we doorrijden.
Daarom reden wij toch door naar een bos.
Mooi, dan mag je nu wel doorrijden.
Als we de goede weg nemen en stevig doorijden, kunnen we morgen al een heel eind zijn.
Dan kan ik doorrijden!

Übersetzungen

Deutschweiterfahren
Esperantodaŭrigi la veturadon