Information über das Wort verzwijgen (Niederländisch → Esperanto: prisilenti)

Synonyme: achterhouden, stilhouden, stilzwijgend voorbijgaan aan

WortartVerb
Aussprache/vərˈzʋɛi̯ɣə(n)/
Trennungver·zwij·gen

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) verzwijg(ik) verzweeg
(jij) verzwijgt(jij) verzweeg
(hij) verzwijgt(hij) verzweeg
(wij) verzwijgen(wij) verzwegen
(jullie) verzwijgen(jullie) verzwegen
(gij) verzwijgt(gij) verzweegt
(zij) verzwijgen(zij) verzwegen
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) verzwijge(dat ik) verzwege
(dat jij) verzwijge(dat jij) verzwege
(dat hij) verzwijge(dat hij) verzwege
(dat wij) verzwijgen(dat wij) verzwegen
(dat jullie) verzwijgen(dat jullie) verzwegen
(dat gij) verzwijget(dat gij) verzweget
(dat zij) verzwijgen(dat zij) verzwegen
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
verzwijgverzwijgt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
verzwijgend, verzwijgende(hebben) verzwegen

Gebrauchsbeispiele

Er werden bij ons thuis juist dingen verzwegen.
Het was dom van hem dat te verzwijgen.

Übersetzungen

Afrikaansverswyg
Deutschverschweigen
Englischwithhold
Esperantoprisilenti
Französischtaire
Westfriesischbenefterhâlde