Information über das Wort uithouwen (Niederländisch → Esperanto: elhaki)

Synonym: uithakken

WortartVerb
Aussprache/ˈœy̯̯tɦɑu̯̯ʋə(n)/
Trennunguit·hou·wen

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) houw uit(ik) houwde uit
(jij) houwt uit(jij) houwde uit
(hij) houwt uit(hij) houwde uit
(wij) houwen uit(wij) houwden uit
(jullie) houwen uit(jullie) houwden uit
(gij) houwt uit(gij) houwdet uit
(zij) houwen uit(zij) houwden uit
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) uithouwe(dat ik) uithouwde
(dat jij) uithouwe(dat jij) uithouwde
(dat hij) uithouwe(dat hij) uithouwde
(dat wij) uithouwen(dat wij) uithouwden
(dat jullie) uithouwen(dat jullie) uithouwden
(dat gij) uithouwet(dat gij) uithouwdet
(dat zij) uithouwen(dat zij) uithouwden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
houw uithouwt uit
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
uithouwend, uithouwende(hebben) uitgehouwen

Gebrauchsbeispiele

Veel ervan zijn door mijn volk uitgehouwen, delvend naar ijzer en goud.
In Ys voerden in de rotsen uitgehouwen treden in de zee omlaag naar de tempel van Atlante.
We gingen verder de grot in en vonden een ruime tunnel die in de rots was uitgehouwen.

Übersetzungen

Deutschheraushacken; heraushauen
Esperantoelhaki