Information über das Wort willen (Niederländisch → Esperanto: voli)

WortartVerb
Aussprache/ˈʋɪlə(n)/
Trennungwil·len

Gebrauchsbeispiele

Maar ik wilde hoger grijpen.
We wilden niet dat iemand hem pijn deed.
We wilden niet dat iemand hem pijn deed.
Ik wou dat er iets leuks gebeurde.
Je wilde dat iedereen wist waarom ik hier ben gekomen.
Weet je zeker dat je niet wilt praten?
Ik wil nu het naadje van de kous weten.
Bovendien wilde ik eerst gegeten hebben, voor het geval je me iets wou vertellen dat me de eetlust benemen zou.
Wat wil je daarmee zeggen?
Hij wilde aan de slag gaan en ik waarschuwde hem.
En nu wilt u er gaan wonen?
Alleen zou ik het op prijs stellen wanneer ge iets minder luidruchtig te werk wildet gaan.
Alleen wilde ik dat ik iemand zag!

Übersetzungen

Afrikaanswil
Deutschwollen
Englischwant
Esperantovoli
Französischvouloir
Papiamentoke
Spanischquerer
Westfriesischwolle