Information über das Wort dichtwerpen (Niederländisch → Esperanto: ĵetfermi)

Synonyme: dichtgooien, toegooien

WortartVerb
Aussprache/ˈdɪxtʋɛrpə(n)/
Trennungdicht·wer·pen

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) werp dicht(ik) wierp dicht
(jij) werpt dicht(jij) wierp dicht
(hij) werpt dicht(hij) wierp dicht
(wij) werpen dicht(wij) wierpen dicht
(jullie) werpen dicht(jullie) wierpen dicht
(gij) werpt dicht(gij) wierpt dicht
(zij) werpen dicht(zij) wierpen dicht
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) dichtwerpe(dat ik) dichtwierpe
(dat jij) dichtwerpe(dat jij) dichtwierpe
(dat hij) dichtwerpe(dat hij) dichtwierpe
(dat wij) dichtwerpen(dat wij) dichtwierpen
(dat jullie) dichtwerpen(dat jullie) dichtwierpen
(dat gij) dichtwerpet(dat gij) dichtwierpet
(dat zij) dichtwerpen(dat zij) dichtwierpen
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
werp dichtwerpt dicht
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
dichtwerpend, dichtwerpende(hebben) dichtgeworpen

Gebrauchsbeispiele

Doch het meisje had de deur reeds achter zich dichtgeworpen.

Übersetzungen

Deutschzuschmeißen; zuknallen
Englischbang; slam
Esperantoĵetfermi