Informasie oor die woord zwart (Nederlands → Esperanto: nigra)

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/zʋɑrt/
Afbrekingzwart

Trappe van vergelyking

Stellende trapzwart
Vergrotende trapzwarter
Oortreffende trapzwartst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOortreffende trap
Predikatiefzwartzwarter(het) zwartst, (het) zwartste
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervoudzwartezwarterezwartste
Onsydige enkelvoudzwartzwarterzwartst
Meervoudzwartezwarterezwartste
Bepaaldzwartezwarterezwartste
Partitiefzwartszwarters 

Voorbeelde van gebruik

Achter in de kamer zat Ṣaddām in een stoel van zwart leer met een hoge rugleuning.
Een zwarte jurk is heel veelzijdig.

Vertalinge

Afrikaansswart
Albanieszi
Deenssort
Duitsschwarz
Engelsblack
Engels (Ou Engels)blac; blæc; sweart
Esperantonigra
Faroëessvartur
Finsmusta
Fransnoir
Grieksμαύρος
Hawaiïespāʻele; pōʻele; ʻele; ʻeleʻele; ʻeneʻene
Hongaarsfekete
Italiaansnero
Jiddisjשואַרץ; שװאַרץ; שװאַרצע
Kabiliesaberkan
Katalaansnegre
Latynater; niger
Luxemburgsschwaarz
Maleishitam
Nederduitsswart
Noorssvart
Papiamentspreto; pretu
Poolsczarny
Portugeesnegro; preto
Roemeensnegru
Russiesчёрный
Saterfriesswot
Skots-Gaeliesdubh
Spaansnegro
Srananblaka
Swahili‐eusi
Sweedssvart
Tagalogitím; maitím
Thaiดำ; สีดำ
Tsjeggiesčerný
Turkskara; siyah
Walliesdu
Wes‐Friesswart
Yslandssvartur