Sinonieme: motor, stoomfiets, motorrijwiel, moto
Woordsoort | selfstandige naamwoord |
---|
Uitspraak | /ˈmotərfits/, /ˈmotɔrfits/ |
---|
Afbreking | mo·tor·fiets |
---|
Geslag | manlik of vrouwlik |
---|
Meervoud | motorfietsen |
---|
Verkleinwoord |
---|
Enkelvoud | Meervoud |
---|
motorfietsje | motorfietsjes |
Elke morgen beklommen vier jonge krijgers in lange bruine mantels kleine elektrische motorfietsen en vertrokken dan in uiteenliggende richtingen over de steppe.
Aan het open gedeelte van de doodlopende straat was een man aan het worstelen met een motorfiets.
Hij had juist het huis verlaten toen Puttlers motorfiets de oprijlaan in reed.