Informasie oor die woord motorfiets (Nederlands → Esperanto: motorciklo)

Sinonieme: motor, stoomfiets, motorrijwiel, moto

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈmotərfits/, /ˈmotɔrfits/
Afbrekingmo·tor·fiets
Geslagmanlik of vrouwlik
Meervoudmotorfietsen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
motorfietsjemotorfietsjes

Voorbeelde van gebruik

Elke morgen beklommen vier jonge krijgers in lange bruine mantels kleine elektrische motorfietsen en vertrokken dan in uiteenliggende richtingen over de steppe.
Aan het open gedeelte van de doodlopende straat was een man aan het worstelen met een motorfiets.
Hij had juist het huis verlaten toen Puttlers motorfiets de oprijlaan in reed.

Vertalinge

Afrikaansmotorfiets
Deensmotorcykle
DuitsKraftfahrrad; Motorrad
Engelsmotorcycle; motorbike
Esperantomotorciklo
Fransmoto; vélomoteur
Italiaansmotocicletto; moto
Katalaansmoto; motocicle
Noorsmotorsykkel
Papiamentsmotosaikel
Portugeesmotocicleta
Russiesмотоцикл
SaterfriesMotorrääd
Spaansmoto
Sweedsmotorcykel
Tsjeggiesmotocykl; motorka
Turksmotosiklet
Walliesbeic modur