Informasie oor die woord zeedier (Nederlands → Esperanto: marbesto)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈzediːr/
Afbrekingzee·dier
Geslagonsydig
Meervoudzeedieren

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
zeediertjezeediertjes

Voorbeelde van gebruik

Op hun beurt zijn deze zeedieren weer voedsel voor vogels.
„Hoe komt u toch op het idee”, vroeg Heurtaux, „dat wij dat beruchte zeedier zullen zien?”

Vertalinge

Afrikaansseedier
Engelsmarine animal
Esperantomarbesto