Informasie oor die woord hospitaal (Nederlands → Esperanto: malsanejo)

Sinonieme: gasthuis, ziekenhuis

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈɦɔspital/
Afbrekinghos·pi·taal
Geslagonsydig
Meervoudhospitalen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
hospitaaltjehospitaaltjes

Voorbeelde van gebruik

Helaas, de wijsgeer lag buiten kennis in het hospitaal, waarheen Tom Poes en heer Bommel hem gebracht hadden.
Hoe het ook zij, Nutty Armand moest met een kogel door zijn voet naar het hospitaal en tot zijn grote ergernis moet O’Hara op bevel van zijn commandant een tijdje op de grond blijven.

Vertalinge

Afrikaanshospitaal
Albaniesspital
Deenshospital
DuitsHospital; Krankenhaus
Engelshospital
Esperantomalsanejo; hospitalo; malsanulejo
Franshôpital
Italiaansospedale
Nederduitssekenhuus
Noorssykehus
Papiamentshòspital
Portugeeshospital
Roemeensspital
Russiesбольница
Skotshospital
Spaanshospital
Sweedssjukhus
Thaiโรงพยาบาล
Tsjeggiesnemocnice
Wes‐Friessikehûs