Informasie oor die woord duister (Nederlands → Esperanto: malluma)

Sinonieme: donker, deemster

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/ˈdœy̯stər/
Afbrekingduis·ter

Trappe van vergelyking

Stellende trapduister
Vergrotende trapduisterder
Oortreffende trapduisterst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOortreffende trap
Predikatiefduisterduisterder(het) duisterst, (het) duisterste
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervoudduistereduisterdereduisterste
Onsydige enkelvoudduisterduisterderduisterst
Meervoudduistereduisterdereduisterste
Bepaaldduistereduisterdereduisterste
Partitiefduistersduisterders 

Voorbeelde van gebruik

In een duistere zijstraat hadden twee zakenlieden een keldertje gehuurd en daar waren ze zó ingespannen bezig dat ze geen belangstelling voor de buitenwereld hadden.
Ze liepen tussen de gescheurde gordijnen door en gingen de kamer binnen, die duisterder was dan de gang.
De nacht was duister.

Vertalinge

Afrikaansdonker; duister
Deensmørk
Duitsdunkel; finster
Engelsdark; dim
Engels (Ou Engels)deorc
Esperantomalluma
Fransobscur; sombre; obscure
Hongaarssötét
Italiaansoscuro; scuro; tenebroso
Katalaansfosc
Latynater; caeruleus; caligineus; caliginosus; obscurus; tenebricosus
Luxemburgsdonkel
Nederduitsdüüster; duuster
Noorsmørk
Papiamentsskur; sukú
Portugeesescuro
Russiesтёмный
Saterfriesdjunkel; tjuusterch
Skots-Gaeliesdorcha
Spaansoscuro
Sranandungru
Tagalogmadilím
Thaiดำ
Tsjeggiesponurý; temný; tmavý
Wes‐Friestsjuster