Informasie oor die woord smal (Nederlands → Esperanto: mallarĝa)

Sinonieme: bekrompen, eng, krap, nauw

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/smɑl/
Afbrekingsmal

Trappe van vergelyking

Stellende trapsmal
Vergrotende trapsmaller
Oortreffende trapsmalst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOortreffende trap
Predikatiefsmalsmaller(het) smalst, (het) smalste
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervoudsmallesmalleresmalste
Onsydige enkelvoudsmalsmallersmalst
Meervoudsmallesmalleresmalste
Bepaaldsmallesmalleresmalste
Partitiefsmalssmallers 

Voorbeelde van gebruik

Toen hij achter een gordijn keek, zag hij daar een smalle gang.
De weg was smal en klom met vele bochten steil tegen een berg op.
We waren hem snel gevolgd en zagen allemaal de gestalte van een man, die vlug over het smalle gazon rende en in de struiken verdween.
Ze kwamen bij een smalle kloof die naar boven steeds nauwer werd.

Vertalinge

Afrikaansnou; smal; eng
Deenssmal; tæt
Duitsschmal
Engelsnarrow
Engels (Ou Engels)nearu; smæl
Esperantomallarĝa; streta
Finskapea
Fransétroit
Hawaiïeslāʻiki
Italiaansstretto
Jiddisjענג; שמאָל
Katalaansestret
Latynangustus; artus
Luxemburgsschmuel
Maleissempit
Noorstrang; smal
Poolswąski
Portugeesestreito
Russiesузкий
Saterfriessmäl
Skotsnairae
Skots-Gaeliescaol; cumhang
Spaansangosto; estrecho
Sranannaw; smara
Swahili‐embamba
Sweedssmal; trång
Thaiแกร็น
Tsjeggiesúzký
Turksdar
Wes‐Friesing; nau; smel
Yslandskrappur; þröngur