Informasie oor die woord kogel (Nederlands → Esperanto: kuglo)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈkoɣəl/
Afbrekingko·gel
Geslagmanlik
Meervoudkogels

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
kogeltjekogeltjes

Voorbeelde van gebruik

De een kreeg vijf en de ander kreeg zes kogels in zijn lichaam.
Nog één stap en ik schiet u een kogel door het hoofd.
We zullen daar nooit achterkomen als jij hem een kogel door het lijf jaagt.
Toen we de kogels vonden, was de zaak rond.
De kogel heeft de kachel geraakt.

Vertalinge

Afrikaanskoeël
Deenskugle
DuitsKugel
Engelsbullet
Esperantokuglo
Faroëeskúla
Finskuula
Fransballe; balle de fusil; projectile
Grieksβόλι; σφαίρα
Hongaarsgolyó
Italiaanspalla
Katalaansbala
Latynglobus
LuxemburgsKugel
Noorskule
Papiamentsbal
Portugeesbala; projéctil
Russiesпуля
SaterfriesKugel
Spaansbala
Sranankugru
Sweedskula
Tsjeggieskulka; projektil
Turksmermi
Wes‐Frieskûgel