Informasie oor die woord schobbejak (Nederlands → Esperanto: krimulo)

Sinonieme: booswicht, crimineel, misdadiger, snoodaard

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈsxɔbjɑk/
Afbrekingschob·be·jak

Voorbeelde van gebruik

Men zegt dat hij prettige omgangsvormen bezit, ofschoon hij een doortrapte schobbejak is en rijp voor Zerlings bijl.

Vertalinge

Afrikaansmisdadiger
DuitsBösewicht; Verbrecher
Engelscriminal
Engels (Ou Engels)scaþa
Esperantokrimulo
Maleispenjahat
Papiamentskriminal
Portugeescriminoso
SaterfriesFerbreeker
Sweedsbrottsling; förbrytare; ogärningsman
Wes‐Friesmisdiediger