Informasie oor die woord lied (Nederlands → Esperanto: kanto)

Sinonieme: gezang, zang

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/lit/
Afbrekinglied
Geslagonsydig
Meervoudliederen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
liedjeliedjes

Voorbeelde van gebruik

Het enige waar het mij altijd om te doen was, was reizen en mijn verhalen vertellen, mijn liederen zingen, en dan op een dag een onstuimige ontmoeting hebben met een weduwe in het bezit van een herberg.
Maar op dat moment klonk er buiten een naderend geknars en gepiep dat begeleid werd door een bekende stem die een eenvoudig lied zong.
Ook daarbij werden liederen ter ere van Dionysus gezongen.

Vertalinge

Afrikaanslied; gesang
Albanieskëngë
Deenssang
DuitsGesang; Lied
Engelssong
Engels (Ou Engels)sang; leoþ
Esperantokanto
Faroëessangur
Italiaanscanzone
Jamaikaanse Patoissang
Katalaanscançó
Latyncantus; carmen
Papiamentskansion
Poolspieśń
Portugeescanção; cantiga; canto
SaterfriesLäid; Song
Skots-Gaeliesòran
Spaanscanción
Swahiliwimbo
Sweedsvisa
Thaiเพลง
Tsjeggiespíseň; písnička
Turksşarkı
Walliescân
Wes‐Friesliet; sjongstik; sang