Informasie oor die woord sleuf (Nederlands → Esperanto: kanelo)

Sinonieme: cannelure, gleuf, groef

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/sløf/
Afbrekingsleuf

Voorbeelde van gebruik

Of hij neemt het risico om in zijn menselijke vorm door die sleuf te zwemmen, of we doden hem morgenochtend, welke vorm hij ook mag hebben.

Vertalinge

Afrikaansgleuf
DuitsKannelur; Kannelüre; Auskehlung; Rille; Riefe; Riffelung
Engelsslot; groove
Esperantokanelo
Franscannelure; rainure; sillon