Informasie oor die woord haven (Nederlands → Esperanto: haveno)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈɦavə(n)/
Afbrekingha·ven
Geslaghistories vroulik, teënwoordig ook manlik
Meervoudhavens

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
haventjehaventjes

Voorbeelde van gebruik

Tot drie uur ’s middags zou er geen beweging te bespeuren zijn in de haven.
Vrijdag bereikten vier marineschepen onder vlag van de NAVO de haven in het Bulgaarse Burgas.
In de haven van Bordeaux ligt alles stil.
De zon zonk reeds tussen de grauwe wolken toen hij, gevolgd door Tom Poes, bij de haven aankwam.

Vertalinge

Afrikaanshawe
Deenshavn
DuitsHafen
Engelsharbour; port; haven
Engels (Ou Engels)hæfen; hæfene
Esperantohaveno
Faroëeshavn
Finssatama
Fransport
Grieksκαταφύγιο; λιμάνι
Hongaarskikötő
Italiaansporto
Katalaansport
Latynportus
Nederduitshaven; haben
Noorshavn
Papiamentshaf
Poolsport
Portugeesabrigo; porto
Roemeensport
Russiesгавань
SaterfriesHauenge; Hoawen
Skots-Gaeliesacarsaid; cala
Spaanspuerto
Sweedshamn
Tsjeggiespřístav
Wes‐Frieshaven