Informasie oor die woord ouders (Nederlands → Esperanto: gepatroj)

Sinoniem: ouderpaar

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈɑu̯̯dərs/
Afbrekingou·ders
Geslagnatuurlik

Voorbeelde van gebruik

Hun ouders waren enkele jaren geleden gestorven.
Werd jij als kind door je ouders geslagen?
Als je onfortuinlijke ouders niet langer in ons midden verkeren—en dat zal gauw genoeg het geval zijn—erf jij de Korkeem, en ik, je echtgenoot, zal erover regeren.

Vertalinge

Afrikaansouers; ouerpaar
Deensforældre
DuitsEltern
Engelsparents
Esperantogepatroj
Faroëesforeldur
Fransparents; père et mère
Hawaiïesmākua
Hongaarsszülők
Italiaansgenitori; padre e madre
Jamaikaanse Patoispierens
Jiddisjעלטערן
Katalaanspares
Latynparentes
Nederduitsolders; oldlüde
Noorsforeldre
Papiamentsmayónan; mayórnan; mayornan
Poolsrodzice
Portugeespai e mãe; pais
SaterfriesOalere; Oolden
Spaanspadres; padre y madre
Sweedsföräldrar
Thaiบิดามารดา; พ่อแม่
Tsjeggiesrodiče
Wes‐Friesâlden
Yslandsforeldrar