Informasie oor die woord rook (Nederlands → Esperanto: fumo)

Sinonieme: damp, smoor

Woordsoort	selfstandige naamwoord
Uitspraak	/rok/
Afbreking	rook

Voorbeelde van gebruik

Bij de brand komt veel rook vrij, maar die is niet gevaarlijk, aldus een politiewoordvoerster.

Wij steken dus een vuur aan en proberen ze door rook te verdrijven.

Simon keek hem na en trok peinzend de rook van zijn sigaret naar binnen.

Vertalinge

Afrikaans	rook
Deens	røg
Duits	Rauch
Engels	smoke
Engels (Ou Engels)	rec
Esperanto	fumo
Faroëes	glaða; roykur
Fins	savu
Frans	fumée
Hawaiïes	uahi
Hongaars	füst
Italiaans	fumo
Jiddisj	רױך
Katalaans	fum
Latyn	fumus
Luxemburgs	Damp
Maleis	asap
Nederduits	damp
Noors	røyk
Papiaments	huma
Pools	dym
Portugees	fumaça; fumo
Russies	дым
Saterfries	Rook
Skots-Gaelies	ceò; toit
Sranan	smoko
Swahili	moshi
Sweeds	rök
Thai	ควัน
Tsjeggies	kouř
Wes‐Fries	reek
Yslands	reykur