Informasie oor die woord beschuit (Nederlands → Esperanto: biskoto)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/bəˈsxœy̯t/
Afbrekingbe·schuit
Geslaghistories vroulik, teënwoordig ook manlik
Meervoudbeschuiten

Voorbeelde van gebruik

„Waarom ben je daar zo zeker van?” vroeg Algy, die naar de beschuit greep.

Vertalinge

Afrikaansbeskuit
Duitsgeröstete Brottschnitte
Engelsbiscuit; rusk
Esperantobiskoto
Italiaansbiscotto
Papiamentsbuskuchi
Portugeestorrada
Spaanstostada
Thaiคุกกี้