Informasie oor die woord ónecht (Nederlands → Esperanto: eksteredzeca)

Sinoniem: buitenechtelijk

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/ˈɔnɛxt/
Afbrekingon·echt

Verbuiging

Predikatief
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervoudonechte
Onsydige enkelvoudonecht
Meervoudonechte
Bepaaldonechte
Partitiefonechts

Voorbeelde van gebruik

„Hoe het ook zij,” zei Chlodys, „u is dus een onecht kind en u zult wel nooit trouwen.”
Ze is nooit getrouwd geweest en Maria is een onecht kind.