Informasie oor die woord waterkant (Nederlands → Esperanto: bordo)

Sinonieme: boord, kant, oever, wal

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈʋatərkɑnt/
Afbrekingwa·ter·kant

Voorbeelde van gebruik

Zij gingen met ons aan de waterkant zitten.
Het was stil aan de waterkant.
Hij wilde nog een poging wagen om langs de waterkant weg te komen.
Aarzelend liep hij naar de waterkant.

Vertalinge

Afrikaanswal
Deensbred
DuitsGestade; Ufer; Rand
Engelswaterside
Engels (Ou Engels)ofer
Esperantobordo
Faroëesstrond
Finsranta
Fransbord; côte; rive
Hongaarspart
Italiaansbordo
Katalaansriba; ribera; vora
Latynlimbus
Papiamentskanto; kantu
Poolsbrzeg
Portugeesborda; margem
Russiesберег
SaterfriesKuste; Ouger; Strand
Skots-Gaeliescladach
Spaansorilla
Sranansyoro; watrasey
Sweedsstrand
Thaiฝั่ง
Tsjeggiesbřeh; pobřeží
Wes‐Friesigge; wâl