Informasie oor die woord kant (Nederlands → Esperanto: bordo)

Sinonieme: boord, oever, wal, waterkant

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/kɑnt/
Afbrekingkant
Geslagmanlik
Meervoudkanten

Voorbeelde van gebruik

Hij sprong op de kant, baggerde enkele meters door de modder, keek weer en kwam toen terug.

Vertalinge

Afrikaanswal
Deensbred
DuitsGestade; Ufer; Rand
Engelsbank; shore; coast; waterside
Engels (Ou Engels)ofer
Esperantobordo
Faroëesstrond
Finsranta
Fransbord; côte; rive
Hongaarspart
Italiaansbordo
Katalaansriba; ribera; vora
Latynlimbus
Papiamentskanto; kantu
Poolsbrzeg
Portugeesborda; margem
Russiesберег
SaterfriesKuste; Ouger; Strand
Skots-Gaeliescladach
Spaansorilla
Sranansyoro; watrasey
Sweedsstrand
Thaiฝั่ง
Tsjeggiesbřeh; pobřeží
Wes‐Friesigge; wâl