Informasie oor die woord schaap (Nederlands → Esperanto: ŝafo)

Woordsoort	selfstandige naamwoord
Uitspraak	/sxap/
Afbreking	schaap
Geslag	onsydig
Meervoud	schapen

Verkleinwoord
Enkelvoud	Meervoud
schaapje	schaapjes

Voorbeelde van gebruik

Een rij nieuwsgierige schapen kwam kijken toen wij onze lading aan land droegen.

Dat schaap is zeker een goeie koe waard!

Wist je dat Texel net zoveel schapen telt als inwoners?

Zes schapen in Overijssel zijn in januari doodgebeten door een wolf of meerdere wolven.

Vertalinge

Afrikaans	skaap
Albanies	dele
Deens	får
Duits	Hammel; Schaf
Engels	sheep
Engels (Ou Engels)	sceap
Esperanto	ŝafo
Faroëes	seyður
Fins	pässi
Frans	mouton
Grieks	πρόβατο
Hawaiïes	hipa
Hongaars	juh
Italiaans	pecora
Katalaans	be; ovella
Latyn	ovis
Luxemburgs	Schof
Maleis	domba
Noors	får
Papiaments	karné
Pools	owca
Portugees	carneiro; ovelha
Russies	баран
Saterfries	Skäip
Skots	sheep
Skots-Gaelies	caora
Spaans	borrego; carnero
Sranan	skapu
Swahili	kondoo
Sweeds	får
Thai	แกะ
Tsjeggies	ovce
Turks	koyun
Wallies	dafad
Wes‐Fries	skiep
Yslands	sauður