Informasie oor die woord tegenwoordigheid (Nederlands → Esperanto: ĉeesto)

Sinonieme: aanwezigheid, bijzijn, presentie

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/teɣə(n)ˈʋordəxɦɛi̯t/
Afbrekingte·gen·woor·dig·heid

Voorbeelde van gebruik

Het was duidelijk dat mijn tegenwoordigheid ongewenst was, daarom ging ik een eindje om.
Dit was de nette manier om haar tegenwoordigheid uit te leggen, als er ooit een verklaring noodzakelijk was.

Vertalinge

Afrikaansaanwesigheid; teenwoordigheid
DuitsAnwesentheit; Gegenwart; Beisein
Engelspresence
Esperantoĉeesto; alesto
Fransprésence
Italiaanspresenza
Papiamentspresensia
Spaanspresencia
Sweedsnärvaro
Wes‐Friesbywêzen; bywêzichheid; oanwêzigens