Informasie oor die woord opwekken (Nederlands → Esperanto: veki)

Sinonieme: wakker maken, wekken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔpʋɛkə(n)/
Afbrekingop·wek·ken

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) wek op(ik) wekte op
(jij) wekt op(jij) wekte op
(hij) wekt op(hij) wekte op
(wij) wekken op(wij) wekten op
(jullie) wekken op(jullie) wekten op
(gij) wekt op(gij) wektet op
(zij) wekken op(zij) wekten op
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) opwekke(dat ik) opwekte
(dat jij) opwekke(dat jij) opwekte
(dat hij) opwekke(dat hij) opwekte
(dat wij) opwekken(dat wij) opwekten
(dat jullie) opwekken(dat jullie) opwekten
(dat gij) opwekket(dat gij) opwektet
(dat zij) opwekken(dat zij) opwekten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
wek opwekt op
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
opwekkend, opwekkende(hebben) opgewekt

Vertalinge

Afrikaanswek; wakker maak
Deensvække
Duitswecken; aufwecken; erwecken
Engelsarouse; wake; awake; waken
Esperantoveki
Faroëesvekja
Finsherättää
Fransréveiller
Jiddisjאױפֿװעקנ
Katalaansdespertar; desvetllar
Maleismembanguni
Noorsvegge
Papiamentsspierta
Portugeesacordar; despertar
Russiesбудить; разбудить
Saterfriesapwoakje; woakje
Spaansdespertar
Srananwiki
Sweedsväcka
Thaiปลุก
Tsjeggiesbudit; buditi; probudit; vzbudit