Informasie oor die woord televisie (Nederlands → Esperanto: televidilo)

Sinonieme: televisietoestel, TV, TV‐toestel, televisieapparaat

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/teləˈvizi/
Afbrekingte·le·vi·sie
Geslagvroulik
Meervoudtelevisies

Voorbeelde van gebruik

Maar men kan niet altijd thuisblijven en voor de televisie zitten.
Ze heeft de televisie in een andere kamer staan.
Dat geldt ook voor kunstmest, kleurstoffen, schoenen, koper, aluminium, televisies en geluidsopnameapparatuur.
Maar Joost zit natuurlijk weer voor zijn televisie zonder aan een voedzame maaltijd te denken.

Vertalinge

Afrikaanstelevisiestel
Albaniestelevizor
Deensfjernsynsapparat
DuitsFernsehapparat; Fernsehgerät; Fernseher
Engelstelevision set; television; telly
Esperantotelevidilo
Katalaanstelevisor
LuxemburgsTëlee; Televisioun
Nederduitstelevisy
Poolstelewizor
Portugeestelevisão
Roemeenstelevizor
SaterfriesFiersjo‐apparoat; Fiersjoreewe
Spaanstelevisor; telerreceptor
Thaiเครื่องรับโทรทัศน์; ทีวี
Wes‐Friestelevyzjetastel