Informasie oor die woord takelen (Nederlands → Esperanto: takeli)

Sinoniem: taliën

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈtakələ(n)/
Afbrekingta·ke·len

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) takel(ik) takelde
(jij) takelt(jij) takelde
(hij) takelt(hij) takelde
(wij) takelen(wij) takelden
(jullie) takelen(jullie) takelden
(gij) takelt(gij) takeldet
(zij) takelen(zij) takelden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) takele(dat ik) takelde
(dat jij) takele(dat jij) takelde
(dat hij) takele(dat hij) takelde
(dat wij) takelen(dat wij) takelden
(dat jullie) takelen(dat jullie) takelden
(dat gij) takelet(dat gij) takeldet
(dat zij) takelen(dat zij) takelden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
takeltakelt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
takelend, takelende(hebben) getakeld

Voorbeelde van gebruik

De politie heeft donderdag een Ferarri uit 1987 uit het IJ in Amsterdam getakeld.
De auto wordt uit het water getakeld.

Vertalinge

Afrikaanstakel
Esperantotakeli