Informasie oor die woord bijhouden (Nederlands → Esperanto: sekvi)

Sinonieme: bewandelen, volgen, voortvloeien

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈbɛi̯ɦɑu̯də(n)/
Afbrekingbij·hou·den

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) hou bij, houd bij(ik) hield bij
(jij) houdt bij(jij) hield bij
(hij) houdt bij(hij) hield bij
(wij) houden bij(wij) hielden bij
(jullie) houden bij(jullie) hielden bij
(gij) houdt bij(gij) hieldt bij
(zij) houden bij(zij) hielden bij
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) bijhoude(dat ik) bijhielde
(dat jij) bijhoude(dat jij) bijhielde
(dat hij) bijhoude(dat hij) bijhielde
(dat wij) bijhouden(dat wij) bijhielden
(dat jullie) bijhouden(dat jullie) bijhielden
(dat gij) bijhoudet(dat gij) bijhieldet
(dat zij) bijhouden(dat zij) bijhielden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
hou bij, houd bijhoudt bij
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
bijhoudend, bijhoudende(hebben) bijgehouden

Voorbeelde van gebruik

Sinds het KNMI het weer ging bijhouden, in 1901, was het 24 keer eerder zo vroeg zo warm.
Het is voor sommige lieden moeilijk om alle veranderingen bij te houden, vooral wanneer ze ouder worden.

Vertalinge

Afrikaansvolg
Deensfølge
Duitsfolgen
Engelsfollow; come after; succeed; trail; ensue
Engels (Ou Engels)folgian; fylgan
Esperantosekvi
Faroëesfylgja
Finsseurata
Franssuivre
Grieksακολουθώ
Italiaansseguire
Jamaikaanse Patoisfala
Katalaansseguir
Latynsequi
Luxemburgsfollegen
Maleisikuti; mengikuti
Nederduitsvolgen
Papiamentssigui
Portugeesseguir; suceder
Saterfriesfoulgje
Skots-Gaelieslean
Spaansseguir
Sweedsfölja
Tsjeggiesnásledovat; sledovat; vyplývat
Wes‐Friesfolgje