Informasie oor die woord preciseren (Nederlands → Esperanto: precizigi)

Sinonieme: nader bepalen, omschrijven

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/preziˈserə(n)/
Afbrekingpre·ci·se·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) preciseer(ik) preciseerde
(jij) preciseert(jij) preciseerde
(hij) preciseert(hij) preciseerde
(wij) preciseren(wij) preciseerden
(jullie) preciseren(jullie) preciseerden
(gij) preciseert(gij) preciseerdet
(zij) preciseren(zij) preciseerden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) precisere(dat ik) preciseerde
(dat jij) precisere(dat jij) preciseerde
(dat hij) precisere(dat hij) preciseerde
(dat wij) preciseren(dat wij) preciseerden
(dat jullie) preciseren(dat jullie) preciseerden
(dat gij) preciseret(dat gij) preciseerdet
(dat zij) preciseren(dat zij) preciseerden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
preciseerpreciseert
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
preciserend, preciserende(hebben) gepreciseerd

Vertalinge

Afrikaanspresiseer
Engelsdefine; pinpoint
Esperantoprecizigi