Sinonieme: aanvragen, inroepen, vragen, vragen om, aanzoeken
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /vərˈzukə(n)/ |
---|
Afbreking | ver·zoe·ken |
---|
Vervoeging
Aantonende wys |
---|
Teenwoordige tyd | Verlede tyd |
---|
(ik) verzoek | (ik) verzocht |
(jij) verzoekt | (jij) verzocht |
(hij) verzoekt | (hij) verzocht |
(wij) verzoeken | (wij) verzochten |
(jullie) verzoeken | (jullie) verzochten |
(gij) verzoekt | (gij) verzocht |
(zij) verzoeken | (zij) verzochten |
Aanvoegende wys |
---|
Teenwoordige tyd | Verlede tyd |
---|
(dat ik) verzoeke | (dat ik) verzochte |
(dat jij) verzoeke | (dat jij) verzochte |
(dat hij) verzoeke | (dat hij) verzochte |
(dat wij) verzoeken | (dat wij) verzochten |
(dat jullie) verzoeken | (dat jullie) verzochten |
(dat gij) verzoeket | (dat gij) verzochtet |
(dat zij) verzoeken | (dat zij) verzochten |
Gebiedende wys |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
verzoek | verzoekt |
Deelwoorde |
---|
Teenwoordige deelwoord | Verlede deelwoord |
---|
verzoekend, verzoekende | (hebben) verzocht |
Ik verzoek u mij niet te onderbreken.
Ik verzocht hen althans over enige afstand te mogen vergezellen.