Informasie oor die woord opschrijven (Nederlands → Esperanto: noti)

Sinonieme: aantekenen, noteren, te boek stellen, optekenen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔpsxrɛi̯və(n)/
Afbrekingop·schrij·ven

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) schrijf op(ik) schreef op
(jij) schrijft op(jij) schreef op
(hij) schrijft op(hij) schreef op
(wij) schrijven op(wij) schreven op
(jullie) schrijven op(jullie) schreven op
(gij) schrijft op(gij) schreeft op
(zij) schrijven op(zij) schreven op
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) opschrijve(dat ik) opschreve
(dat jij) opschrijve(dat jij) opschreve
(dat hij) opschrijve(dat hij) opschreve
(dat wij) opschrijven(dat wij) opschreven
(dat jullie) opschrijven(dat jullie) opschreven
(dat gij) opschrijvet(dat gij) opschrevet
(dat zij) opschrijven(dat zij) opschreven
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
schrijf opschrijft op
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
opschrijvend, opschrijvende(hebben) opgeschreven

Voorbeelde van gebruik

En wat je te zeggen hebt, zullen we netjes opschrijven, zodat we het later tegen je kunnen gebruiken.

Vertalinge

Duitsanmerken; aufschreiben; aufzeichnen; notieren
Engelsnote; take down
Esperantonoti
Fransnoter
Katalaansanotar; apuntar; memoritzar
Latynannotare
Papiamentsnota
Portugeesescrever nota sobre; tomar nota de
Russiesзаписать; записывать
Saterfriesapschrieuwe; apskrieuwe; apteekenje; notierje
Spaansanotar; apuntar; notar
Sweedsannotera; anteckna; notera
Thaiเขียน; จด
Tsjeggiespoznamenat
Wes‐Friesoantekenje