Informasie oor die woord natuur (Nederlands → Esperanto: naturo)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/naˈtyːr/
Afbrekingna·tuur

Voorbeelde van gebruik

Die beschouwen wij als een gegeven grootheid, een speling der natuur waarin berust moet worden.

Vertalinge

Afrikaansnatuur
Albaniesnatyrë
Deensnatur
DuitsNatur
Engelsnature
Engels (Ou Engels)gecynd
Esperantonaturo
Faroëesnáttúra
Fransnature
Hongaarstermészet
Italiaanscarattere; indole; natura
Katalaansnatura
Latynnatura
LuxemburgsNatur
Maleisalam
Nederduitsnatuur; natüür
Noorsnatur
Papiamentsnaturalesa
Poolsnatura
Portugeesnatureza
SaterfriesNatuur
Skotsnaitur
Spaansíndole; naturaleza
Sweedsart; natur
Thaiธรรม; ธรรมชาติ; อุปนิสัย
Tsjeggiespovaha; příroda; přírodní; přirozenost
Wes‐Friesaard; natuer; wêzen
Yslandsæði