Informasie oor die woord meester (Nederlands → Esperanto: mastro)

Sinonieme: heer, patroon

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈmestər/
Afbrekingmees·ter

Voorbeelde van gebruik

Het onderwerp van dit gesprek naderde en sprak twee of drie minuten met zijn meester in een taal die de blanken niet kenden.
Ik zou daarom graag vannacht gebruik maken van de gastvrijheid van meester Twango.
Wist je dat je meester hier vannacht zou komen?
O, meester, denk zulke dingen toch niet!

Vertalinge

Afrikaansmeester
DuitsWirt
Engelsmaster; lord
Engels (Ou Engels)frea; hlaford
Esperantomastro
Faroëeshúsbóndi; vertur
Finsisäntä
Fransmaître; patron
Italiaansmaestro; padrone; principale
Katalaansamo; encarregat; patró
Latyndominus; magister
Portugeesamo; dono; patrão; senhor
SaterfriesWeerd
Spaansamo; dueño; patrón
Srananmasra
Swahilibwana
Sweedsmästare
Thaiนาย
Wes‐Friesmaster
Yslandsdrottinn