Informasie oor die woord wassen (Nederlands → Esperanto: altiĝi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈʋɑsə(n)/
Afbrekingwas·sen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) was(ik) waste
(jij) wast(jij) waste
(hij) wast(hij) waste
(wij) wassen(wij) wasten
(jullie) wassen(jullie) wasten
(gij) wast(gij) wastet
(zij) wassen(zij) wasten
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) wasse(dat ik) waste
(dat jij) wasse(dat jij) waste
(dat hij) wasse(dat hij) waste
(dat wij) wassen(dat wij) wasten
(dat jullie) wassen(dat jullie) wasten
(dat gij) wasset(dat gij) wastet
(dat zij) wassen(dat zij) wasten
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
wassend, wassende(zijn) gewassen

Voorbeelde van gebruik

Volgens de regering zijn meer dan zeshonderdduizend mensen getroffen door het wassende water.
De waterschappen hebben tal van maatregelen getroffen tegen het wassende water van de Rijn, Maas en IJssel.

Vertalinge

Duitshoch werden; steigen; ansteigen; sich erheben; hochgehen
Engelsrise
Esperantoaltiĝi
Franss’élever
Portugeesaltear; elevar‐se; subir