Informasie oor die woord kwijtraken (Nederlands → Esperanto: liberiĝi de)

Sinoniem: van zich afschudden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈkʋɛi̯trakə(n)/
Afbrekingkwijt·ra·ken

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) raak kwijt(ik) raakte kwijt
(jij) raakt kwijt(jij) raakte kwijt
(hij) raakt kwijt(hij) raakte kwijt
(wij) raken kwijt(wij) raakten kwijt
(jullie) raken kwijt(jullie) raakten kwijt
(gij) raakt kwijt(gij) raaktet kwijt
(zij) raken kwijt(zij) raakten kwijt
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) kwijtrake(dat ik) kwijtraakte
(dat jij) kwijtrake(dat jij) kwijtraakte
(dat hij) kwijtrake(dat hij) kwijtraakte
(dat wij) kwijtraken(dat wij) kwijtraakten
(dat jullie) kwijtraken(dat jullie) kwijtraakten
(dat gij) kwijtraket(dat gij) kwijtraaktet
(dat zij) kwijtraken(dat zij) kwijtraakten
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
kwijtrakend, kwijtrakende(zijn) kwijtgeraakt

Vertalinge

Duitsabhängen
Esperantoliberiĝi de
Franssemer