Informasie oor die woord leerling (Nederlands → Esperanto: lernanto)

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈlerlɪŋ/
Afbrekingleer·ling
Geslagmanlik
Meervoudleerlingen

Voorbeelde van gebruik

Horletoet wendde zich om en spoedde zich landinwaarts, gevolgd door zijn leerling.
Was er kwaad geschied aan de tovenaar, die hij slechts als nederige leerling dienen mocht?
Ik was kleiner dan sommige van mijn leerlingen en ook jonger.

Vertalinge

Afrikaansleerling; leerder
DuitsZögling
Engelslearner; pupil; trainee
Engels (Ou Engels)leornere
Esperantolernanto
Faroëesnæmingur
Maleismurid
Papiamentsalumno
Poolsuczeń
Swahilimwanafunzi
Thaiนักเรียน