Informasie oor die woord aanpoten (Nederlands → Esperanto: laboregi)

Sinonieme: sloven, zwoegen, pezen, slaven

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈampotə(n)/
Afbrekingaan·po·ten

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) poot aan(ik) pootte aan
(jij) poot aan(jij) pootte aan
(hij) poot aan(hij) pootte aan
(wij) poten aan(wij) pootten aan
(jullie) poten aan(jullie) pootten aan
(gij) poot aan(gij) poottet aan
(zij) poten aan(zij) pootten aan
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) aanpote(dat ik) aanpootte
(dat jij) aanpote(dat jij) aanpootte
(dat hij) aanpote(dat hij) aanpootte
(dat wij) aanpoten(dat wij) aanpootten
(dat jullie) aanpoten(dat jullie) aanpootten
(dat gij) aanpotet(dat gij) aanpoottet
(dat zij) aanpoten(dat zij) aanpootten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
poot aanpoot aan
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
aanpotend, aanpotende(hebben) aangepoot

Vertalinge

Afrikaansslawe; slaaf
Engelswork hard
Esperantolaboregi
Papiamentspuluwé
Sweedsgno; träla
Wes‐Friesskreppe