Informasie oor die woord cureren (Nederlands → Esperanto: kuraci)

Sinoniem: behandelen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/kyˈrerə(n)/
Afbrekingcu·re·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) cureer(ik) cureerde
(jij) cureert(jij) cureerde
(hij) cureert(hij) cureerde
(wij) cureren(wij) cureerden
(jullie) cureren(jullie) cureerden
(gij) cureert(gij) cureerdet
(zij) cureren(zij) cureerden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) curere(dat ik) cureerde
(dat jij) curere(dat jij) cureerde
(dat hij) curere(dat hij) cureerde
(dat wij) cureren(dat wij) cureerden
(dat jullie) cureren(dat jullie) cureerden
(dat gij) cureret(dat gij) cureerdet
(dat zij) cureren(dat zij) cureerden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
cureercureert
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
curerend, curerende(hebben) gecureerd

Vertalinge

Deensbehandle
Duitsbehandeln
Engelscare for; cure; treat; remedy
Esperantokuraci
Faroëesgrøða; røkja
Finsparantaa
Fransguérir; soigner
Italiaansguarire
Katalaanscurar
Papiamentskura
Poolsleczyć
Portugeescurar; medicar
Saterfriesbehondelje; heelje; kuurierje; traktierje; unnerhondelje
Spaanscurar; medicar