Informasie oor die woord delen (Nederlands → Esperanto: kunuzi)

Sinoniem: samen gebruiken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdelə(n)/
Afbrekingde·len

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) deel(ik) deelde
(jij) deelt(jij) deelde
(hij) deelt(hij) deelde
(wij) delen(wij) deelden
(jullie) delen(jullie) deelden
(gij) deelt(gij) deeldet
(zij) delen(zij) deelden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) dele(dat ik) deelde
(dat jij) dele(dat jij) deelde
(dat hij) dele(dat hij) deelde
(dat wij) delen(dat wij) deelden
(dat jullie) delen(dat jullie) deelden
(dat gij) delet(dat gij) deeldet
(dat zij) delen(dat zij) deelden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
deeldeelt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
delend, delende(hebben) gedeeld

Voorbeelde van gebruik

Mag ik uw grot met u delen?
Daar deelde hij een tafel met een man die zat te schrijven.
Misschien kunt u haar ertoe overhalen haar vertrekken met mij te delen?
Hun twee zoons deelden een huis in Syrië.

Vertalinge

Afrikaansdeel
Duitsteilen
Engelsshare
Esperantokunuzi