Informasie oor die woord aanzwellen (Nederlands → Esperanto: kresĉendi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈanzʋɛlə(n)/
Afbrekingaan·zwel·len

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(hij) zwelt aan(hij) zwol aan
(zij) zwellen aan(zij) zwollen aan
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat hij) aanzwelle(dat hij) aanzwolle
(dat zij) aanzwellen(dat zij) aanzwollen
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
aanzwellend, aanzwellende(zijn) aangezwollen

Voorbeelde van gebruik

Zijn gedachtengang werd onderbroken door een aanzwellend rumoer in Café Hoepjes.

Vertalinge

Duitsanschwellen
Engelsswell
Esperantokresĉendi