Informasie oor die woord verbeteren (Nederlands → Esperanto: korekti)

Sinonieme: bijsturen, corrigeren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈbetərə(n)/
Afbrekingver·be·te·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) verbeter(ik) verbeterde
(jij) verbetert(jij) verbeterde
(hij) verbetert(hij) verbeterde
(wij) verbeteren(wij) verbeterden
(jullie) verbeteren(jullie) verbeterden
(gij) verbetert(gij) verbeterdet
(zij) verbeteren(zij) verbeterden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) verbetere(dat ik) verbeterde
(dat jij) verbetere(dat jij) verbeterde
(dat hij) verbetere(dat hij) verbeterde
(dat wij) verbeteren(dat wij) verbeterden
(dat jullie) verbeteren(dat jullie) verbeterden
(dat gij) verbeteret(dat gij) verbeterdet
(dat zij) verbeteren(dat zij) verbeterden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verbeterverbetert
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
verbeterend, verbeterende(hebben) verbeterd

Vertalinge

Afrikaanskorrigeer
Deenskorrigere; rette
Duitsberichtigen; korrigieren; verbessern
Engelscorrect; amend
Esperantokorekti
Faroëesrætta
Finskorjata
Franscorriger; rectifier; redresser
Italiaanscorreggere
Katalaanscorregir
Nederduitskorrigeren
Papiamentskorigí
Poolspoprawiać
Portugeescorrigir; retificar
Saterfriesbegjuchtigje; begjuchtje; ferbeeterje; korrigierje
Spaanscorregir
Sweedskorrigera
Thaiแก้ไข
Tsjeggiesnapravit; opravit; opravovat