Informasie oor die woord verstoppen (Nederlands → Esperanto: kaŝi)

Sinonieme: aan het oog onttrekken, ontveinzen, verbergen, verhelen, verschuilen, verhullen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈstɔpə(n)/
Afbrekingver·stop·pen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) verstop(ik) verstopte
(jij) verstopt(jij) verstopte
(hij) verstopt(hij) verstopte
(wij) verstoppen(wij) verstopten
(jullie) verstoppen(jullie) verstopten
(gij) verstopt(gij) verstoptet
(zij) verstoppen(zij) verstopten
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) verstoppe(dat ik) verstopte
(dat jij) verstoppe(dat jij) verstopte
(dat hij) verstoppe(dat hij) verstopte
(dat wij) verstoppen(dat wij) verstopten
(dat jullie) verstoppen(dat jullie) verstopten
(dat gij) verstoppet(dat gij) verstoptet
(dat zij) verstoppen(dat zij) verstopten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verstopverstopt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
verstoppend, verstoppende(hebben) verstopt

Voorbeelde van gebruik

Soms komt ze hier rondneuzen om te zien waar ik de kruik verstopt heb.
Maar die moest ik dan natuurlijk ergens verstoppen.

Vertalinge

Deensgemme; skjulle
Duitsbergen; hehlen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verstecken
Engelsconceal; hide
Engels (Ou Engels)hydan
Esperantokaŝi
Faroëesdylja; fjala; krógva
Finspiilottaa
Franscacher
Italiaansnascondere
Jiddisjבאַהאַלטן
Katalaansamagar
Latynabdere; abscondere; celare
Nederduitsverbargen
Poolschować; ukrywać
Portugeesacobertar; esconder; ocultar
Roemeensascunde
Saterfriesbierge; ferbierge; fersteete; stilken hoolde
Spaansesconder; ocultar
Sweedsfördölja; gömma; hysa
Tsjeggiesschovat; schovávat; skrýt; skrývat
Turksgizlemek
Wes‐Friesferbergje