Informasie oor die woord haar (Nederlands → Esperanto: haroj)

Sinoniem: haren

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ɦaːr/
Afbrekinghaar
Geslagonsydig

Voorbeelde van gebruik

Haar haren waren dof en vuil geworden en lagen verward over haar gezicht en schouders.

Vertalinge

Afrikaanshare
DuitsHaar; Haare
Engelshair
Esperantoharoj
Franscheveux
Italiaanscapelli
Jiddisjהאָר
Nederduitshår
SaterfriesHiere
Skots-Gaeliesfalt