Informasie oor die woord eindigen (Nederlands → Esperanto: finiĝo)

Sinonieme: afloop, eind, einde, end, slot

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈɛi̯ndəɣə(n)/
Afbrekingein·di·gen
Geslagonsydig

Vertalinge

Deensendelse
DuitsEndung; Zuendegehen; Aufhören; Abschluß; Ausgang; Ende
Engelsend; finish
Engels (Ou Engels)ende
Esperantofiniĝo
Faroëesending
Jamaikaanse Patoisen
Nederduitsende
SaterfriesEend; Eendenge
Spaansexpiración; vencimiento