Informasie oor die woord slijpen (Nederlands → Esperanto: faceti)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈslɛi̯pə(n)/
Afbrekingslij·pen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) slijp(ik) sleep
(jij) slijpt(jij) sleep
(hij) slijpt(hij) sleep
(wij) slijpen(wij) slepen
(jullie) slijpen(jullie) slepen
(gij) slijpt(gij) sleept
(zij) slijpen(zij) slepen
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) slijpe(dat ik) slepe
(dat jij) slijpe(dat jij) slepe
(dat hij) slijpe(dat hij) slepe
(dat wij) slijpen(dat wij) slepen
(dat jullie) slijpen(dat jullie) slepen
(dat gij) slijpet(dat gij) slepet
(dat zij) slijpen(dat zij) slepen
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
slijpslijpt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
slijpend, slijpende(hebben) geslepen

Vertalinge

Duitsfacettieren; abschrägen
Engelsfacet
Esperantofaceti
Franstailler
Portugeesfacetar