Informasie oor die woord uitlichten (Nederlands → Esperanto: elpreni)

Sinonieme: uitnemen, wegnemen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) licht uit(ik) lichtte uit
(jij) licht uit(jij) lichtte uit
(hij) licht uit(hij) lichtte uit
(wij) lichten uit(wij) lichtten uit
(jullie) lichten uit(jullie) lichtten uit
(gij) licht uit(gij) lichttet uit
(zij) lichten uit(zij) lichtten uit
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) uitlichte(dat ik) uitlichtte
(dat jij) uitlichte(dat jij) uitlichtte
(dat hij) uitlichte(dat hij) uitlichtte
(dat wij) uitlichten(dat wij) uitlichtten
(dat jullie) uitlichten(dat jullie) uitlichtten
(dat gij) uitlichtet(dat gij) uitlichttet
(dat zij) uitlichten(dat zij) uitlichtten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
licht uitlicht uit
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
uitlichtend, uitlichtende(hebben) uitgelicht

Vertalinge

Afrikaansuithaal
Duitsentnehmen; ergreifen
Esperantoelpreni
Katalaansarrebatar
Spaansarrebatar