Informasie oor die woord uitkiezen (Nederlands → Esperanto: elekti)

Sinonieme: kiezen, uitlezen, uitpikken, uitzoeken, verkiezen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈœy̯tkizə(n)/
Afbrekinguit·kie·zen

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) kies uit(ik) koos uit
(jij) kiest uit(jij) koos uit
(hij) kiest uit(hij) koos uit
(wij) kiezen uit(wij) kozen uit
(jullie) kiezen uit(jullie) kozen uit
(gij) kiest uit(gij) koost uit
(zij) kiezen uit(zij) kozen uit
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) uitkieze(dat ik) uitkoze
(dat jij) uitkieze(dat jij) uitkoze
(dat hij) uitkieze(dat hij) uitkoze
(dat wij) uitkiezen(dat wij) uitkozen
(dat jullie) uitkiezen(dat jullie) uitkozen
(dat gij) uitkiezet(dat gij) uitkozet
(dat zij) uitkiezen(dat zij) uitkozen
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
kies uitkiest uit
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
uitkiezend, uitkiezende(hebben) uitgekozen

Voorbeelde van gebruik

Hij had deze plaats dus evenmin uitgekozen.
Hij kiest tweehonderd van zijn beste krijgers uit.
Hij koos mij uit.

Vertalinge

Afrikaanskies; verkies
Deensvælge
Duitswählen; auswählen; erwählen; aussuchen; auserwählen; eine Auswahl treffen
Engelschoose; pick out; pick
Engels (Ou Engels)ceosan
Esperantoelekti
Faroëeskjósa; velja
Finsvalita
Fransadopter; choisir; désigner; opter
Hongaarsválaszt
Italiaanseleggere; scegliere
Jiddisjאױסקלײַבן
Katalaanselegir; triar
Latynoptare
Maleismemilih; pilih
Papiamentseligí; eskohé; kis; skohe
Poolswybierać; wybrać
Portugeesdesignar; eleger; escolher; nomear; optar
Roemeensalege
Russiesвыбирать; выбрать
Saterfriesuutköäre; uutwääle; wääle; wäälje
Spaanselegir; escoger
Sweedskora
Thaiเหลิอก
Tsjeggiesvolit; vybírat; vybrat; vybrat si; zvolit
Turksseçmek
Wes‐Friesferkieze; kieze